Mijn moeder maakte eigenlijk iedere zondag een dosis pannenkoeken voor ons toen ik in huis opgroeide. Ze heeft ze met een doos mix gemaakt. Nu zet ik het mijn eigen kinderen ook zo voor. Wanneer je schat dat ik meerdere keren per week lekkere pannenkoeken heb gemaakt sinds ik zes was, heb ik eigenlijk alleen al in de laatste paar jaren 286 porties pannenkoeken bereidt. Er valt hier veel van te leren wanneer je zoveel pannenkoeken hebt gemaakt. Graag deel ik mijn zeven beste tips voor de perfecte pannenkoeken met je.
1. Controleer de versheid van het bakpoeder.
Pannenkoeken zijn zeer geliefd omdat ze maar een paar basisingrediënten nodig hebben. Wanneer echter het bakpoeder oud is of verlopen is, dan krijg je hele platte pannenkoeken, en zijn ze niet licht of donzig. Het is belangrijk om iedere keer weer de houdbaarheid van het bakpoeder te controleren. Koop daarom ook niet teveel in een keer. De kracht gaat er dan zeer zeker uit.
2. Klop met de droge ingrediënten om te grote klonten te voorkomen.
Ik ben opgegroeid in een pannenkoekenhuis en ik heb er erg onplezierige herinneringen aan, aan de te klonterige pannenkoeken. Het komt, omdat de doos mix de neiging had om erg samen te klonteren en te gaan verpakken. Omdat je het wilt voorkomen dat het beslag te veel gaat mengen nadat je het natte erbij hebt gevoegd is het goed om jezelf een plezier te doen. Maak je droge ingrediënten wat los met een paar slimme bewegingen van je garde. Natuurlijk kun je ook de droge ingrediënten gaan zeven.
3. Weersta het overmixen
Sommige klontjes zijn goed in je beslag en ze zijn over het algemeen beter dan om teveel te kloppen. Wanneer je de mix teveel klopt dan krijg je er een rubber achtige smaak aan. Het is beter om het fusti gen voorzichtig te mixen voor een korte tijd om het dan te gebruiken. Laat het even staan om de knobbeltjes op te laten lossen in het deeg.
4. Laat je beslag rusten.
Dit is hoe ik mijn pannenkoeken maken op een zondag: ik begin met het mixen van mijn pannenkoekbeslag nog voordat ik ook maar iets anders doe. Wanneer het klaar is laat ik het een kwartier tot een half uur staan en doe ik de rest. Nu maak ik mijn kopje koffie of bak ik het spek. Dan pas ga ik verder met het maken van de pannenkoeken.
5. Gebruik een goede grote koekenpan
Voor het allergrootste deel van mijn leven heb ik als pannekoek maakster een grote gietijzeren pan gebruikt. Door het ruime oppervlak kon ik snel drie pannenkoeken van een goed formaat koken, terwijl ik ook nog een vrij gelijkmatige hitte had. Het maakt niet uit of je dan op gas, elektra of inductie kookt.
6. Veeg de pan tussen de batches schoon.
Persoonlijk vind ikzelf dat je pannenkoeken in boter moet bakken. Altijd! Mijn moeder kookte het altijd in de olie. Het enige probleem dat je dan hebt met het bakken van je pannenkoeken in de boter is dat je de boter uiteindelijk zal aanbranden in de koekenpan. Om dat te voorkomen kun je de pan gewoon tussen iedere ronde even goed schoonvegen.
7. Let op.
Dit is eigenlijk de makkelijkste tip voor het krijgen van betere pannenkoeken: Geef jezelf de tijd en tot twintig minuten bij de pan. Let echt op terwijl je aan het bakken bent en de pannenkoeken kookt. Zijn de pannenkoeken niet te snel bruin? Draai dan het vuur een beetje omlaag en koel dan ook de pan voor een minuut even wat af voor de volgende batch. Door goed te kijken kun je zien wat er nodig is.